Sunday, June 20, 2010

Wachten op Wade

Het Monument van de Afrikaanse Renaissance, met een van de laatste Noord Koreanen, die nog bezig zijn om de puntjes op de i te zetten.

In Afrika is het moeilijk plannen - dat weet ik nog van een eerdere reis naar Senegal en Mali. De wekelijkse trein tussen de hoofdsteden van beide landen had bij vertrek uit Dakar twee dagen en vijf uur vertraging. Bij aankomst in Bamako was daar nog een halve dag bijgekomen. Ook herinner ik me de lange uren wachten bij een vertrekplaats van de taxi-brousse, een oude Peugeot 504 waar een man of negen in past. De vertrektijd is het moment dat de taxi vol zit, en dat hoeft niet iedere dag te gebeuren.
Tijdens ons verblijf van een week in Senegal willen we dolgraag het 84-jarige staatshoofd spreken, dat van zich deed spreken door de oprichting van het Monument van de Afrikaanse Renaissance, een neostalinistisch gedrocht gebouwd door ruim tweehonderd arbeiders uit Noord-Korea. Aanvraag voor een interview met president Abdoulaye Wade loopt niet via de persafdeling van het presidentieel paleis in Dakar, maar via een communicatiebureau in Parijs.
Ruim voor vertrek heb ik mijn aanvraag ingediend, maar - het is een vaker voorkomend euvel bij Franse communicatiebureaus - communicatie is niet de sterkste kant van het bureau. Ondanks herhaalde beloften word ik steeds maar niet teruggebeld door de juiste persoon.
Na nieuwe telefoontjes en nog meer mails word ik op maandag, twee dagen voor ons vertrek terug naar Europa, eindelijk teruggebeld. De communicatiedame in Parijs is gepikeerd - hoe durfde ik tegen haar secretaresse te beweren dat zij haar terugbelbeloften niet na zou komen.
En dat terwijl ze dankzij haar inspanningen zulk goed nieuws voor me heeft: in principe bestaat er geen bezwaar tegen het interview. Een secretaresse zal mij dinsdag bellen om een tijdstip voor te stellen. ‘Maar let op. Het is wel Afrika. Alles kan nog veranderen.’
Dan bega ik een fout: of ze er, als het enigszins mogelijk zou zijn, rekening mee wil houden dat ik woensdag waarschijnlijk ook Youssou N’Dour spreek, die sinds kort een eigen tv-zender heeft en steeds meer politieke interesse toont. Hij komt op dinsdagavond terug uit het buitenland en ook met hem hebben we nog geen vast tijdstip. Mocht de president een gaatje hebben op dinsdag, zou dat erg goed uitkomen.
President Abdoulaye Wade in zijn presidentiële kantoor.

‘U wilt de president toch niet op één lijn stellen met Youssou N’Dour’, vraagt ze bezorgd. Ik probeer haar uit alle macht gerust te stellen. ‘Nee, nee, met hem gaat het vooral over muziek.’
Dinsdagochtend. De secretaresse belt niet. Zou Youssou N’Dour het probleem zijn? De fotograaf en ik zijn in principe klaar met onze verhalen en wachten alleen nog op telefoontjes van de president en de zanger.
Wachten op de hotelkamer, skypen naar Parijs, wachten op het terras bij het hotel, bellen, wachten... Ik voel een vervelend soort stress die ik vaker voel voordat ik vooraanstaande figuren interview, maar nu erger is omdat ik niet eens weet óf de interviews doorgaan.
De secretaresse zal dinsdagmiddag bellen, krijg ik te horen. Nee, het wordt woensdagochtend. Maar ook dan blijft de telefoon stil. Youssou N’Dours manager bevestigt wel. We mogen voor een interview en fotosessie naar zijn club in Dakar komen, Le Thiossane, om zes uur.
Half vier op woensdagmiddag, zes uur voor het vertrek van ons vliegtuig begin ik de moed op te geven. Dan toch, de secretaresse van de president aan de telefoon. We zijn welkom op het paleis! Om half zeven. Precies als we Youssou N’Dour spreken. Kan het echt niet vroeger? Een mazzeltje: om kwart over vijf heeft de president ook nog een gaatje.
Het interview verloopt erg goed. Bijna anderhalf krijgen we uiteindelijk. De minister van Buitenlandse Zaken blijkt na afloop al zeker een half uur te wachten op zijn onderhoud met de president.
We rennen de taxi in, naar de club van Youssou N’Dour. De manager belt ons waar we blijven. Het is half acht als ik de zanger spreek, acht uur als Ronald een mooie foto van hem maakt en we springen de taxi weer in. Via het hotel naar de luchthaven. Krijgt de communicatiedame in Parijs toch nog gelijk. ‘Het is Afrika, niets is zeker. Maar er kunnen uiteindelijk hele mooie dingen gebeuren.’
Youssou n’Dour op straat naast zijn club in een buitenwijk van Dakar. 

Thursday, June 17, 2010

2010-06-02 Abidjan, Cote d'Ivoire

Dutch influence in Cote d'Ivoire

The Harbor of Abidjan is the biggest in West Africa and aspires to become the biggest in the whole of Africa. They would like to be known as the 'Rotterdam of Africa'.


The Dutch Wax prints of the Dutch company Vlisco are famous all over Africa and are often imitated. Many designers leave the edge of the cloth (with the words: Wax Hollandais Vlisco) visible to show it's the real thing.

Wednesday, June 16, 2010

De kakkerlak van de Sorbonne

Studenten zijn er niet aan de Sorbonne van Abidjan. De Sorbonne in de grootste stad van Ivoorkust is geen universiteit, zoals de naamgenoot in Parijs, maar een speaker’s corner, naar het voorbeeld van Hyde Park in Londen.
In theorie mag iedereen er zijn zegje doen, over welk onderwerp dan ook. In theorie, want in de praktijk geldt de openbare debatplek als nationalistisch bolwerk ter ondersteuning van de Ivoriaanse president Laurent Gbagbo. Oraties ter meerdere eer en glorie van de oppositie zijn ongewenst.
Claude Nadaud, voorzitter van Sorbonne I.

Wij hebben net een van de twee voorzitters van de Sorbonne ontmoet, Claude Nadaud, die ons veel kwaads vertelt over de voormalige kolonisator Frankrijk. ‘Ivoorkust zal Frankrijk uiteindelijk koloniseren, want zij hebben daar totaal geen waarden meer. Het is een land vol gekken’, vertrouwt hij ons toe.
Een plaatselijke journalist in dienst van het Franse weekblad Jeune Afrique had ons al gewaarschuwd. De ‘Sorbonnards’, zoals ze zichzelf noemen, zijn fel anti-Frans, en in iets mindere mate anti-Europees.
De Sorbonne van Abidjan bestaat uit twee vierkante, open terreintjes, temidden van honderden marktstalletjes met gegrilde vis, gefrituurde banaan en schotels met het smakelijke rijstprutje yassa kip. In de lunchpauze zit het er vol ambtenaren en andere werknemers, die toestromen uit de nabijgelegen kantoren van het zakencentrum Le Plateau en plaatsnemen op bankjes en plastic tuinstoelen.
The ‘speakers corner’ La Sorbonne.

‘Jullie hoeven niet bang te zijn’, spreekt de orator van het moment ons toe wanneer we met twee jongens van de organisatie een van de twee spreekplekken betreden. Hij draagt een spijkerbroek, een kleurig overhemd en een petje en is populair bij zijn toehoorders. ‘Jullie blanken moorden, wij niet.’ Een lachsalvo volgt.
De spreker noemt zichzelf le cafard, de kakkerlak. Naast blanken gelijkstellen met moordenaars schept hij er bijzonder veel plezier in met een grote houten penis te poseren voor de fotograaf. Het publiek vindt het prachtig.
Le cafard, de kakkerlak. Naast blanken gelijkstellen met moordenaars schept hij er bijzonder veel plezier in met een grote houten penis te poseren voor de fotograaf.

Politiek engagement blijkt gelukkig niet zijn core business te zijn. Hij is een soort medicijnman en blijkt een middeltje in de aanbieding te hebben tegen erectiestoornissen. Vandaar de grote houten penis.
Een provocerende kakkerlak met erectiebevorderende kruiden aan de Sorbonne. Het is in elk geval weer eens iets anders dan een e-mail in je spambox met als onderwerp ‘Prove your manliness, buy our V1agr@’.  
Tekst: Olivier van Beemen


Veel marktstalletjes verkopen politieke DVD’s. Populaire onderwerpen zijn de koloniale misdaden van Frankrijk, de politieke ideeën van de huidige president en het einde van de wereld in 2012.


Fotograaf Ronald de Hommel en journalist Olivier van Beemen kregen een reisbeurs van Freevoice toegewezen waarmee zij twee weken lang reportages hebben gemaakt in Ivoorkust en Senegal in West-Afrika. Beide voormalige Franse koloniën vieren dit jaar de vijftigste verjaardag van hun onafhankelijkheid. Hun verhalen en foto’s verschijnen in Elsevier, het Financieele Dagblad, Het Parool en Supporter


Wednesday, June 09, 2010

2010-06-01 Assinie, Cote d'Ivoire

Assinie is still famous in France because of the Club Med resort. It gained notoriety because it featured in the movie 'Les Bronzés'. Ten years ago the club was closed because of the political situation in Cote d'Ivoire. the resort is still there. The lawns are mown but the buildings are in a sad state. Another ten years and nature will have recaptured this piece of French 'civilization'.

Monday, June 07, 2010

2010-05-31 Abidjan, Cote d'Ivoire


2010-05-31 Abidjan, Cote d'Ivoire. In 2006 chemical waste of the Probo Koala, a ship of Oil company Trafigura was illegally dumped in Abidjan. After the dumping 17 people supposedly have died and tens of thousands have gotten sick of the chemical fumes. There are many reports of people still getting sick near the sites. Khadidja Konaté (2,5) (with her morther Issa) was born without hands or feet near one of the dumping sites. She is one of several children that have been born with serious birth defects that are attributed to the effects of the toxic spill.

Saturday, June 05, 2010

2010-05-30 Yamoussoukro

'Le Fondation', one of several megalomaniacal constructions in the mostly rural capital of Cote d'Ivoire.

2010-05-29 Yamoussoukro

A 'friendly' militia.

2010-05-28 Abidjan, Cote d'Ivoire

The president of the Sorbonne.... of Abidjan. A government-supporting 'speakers corner' that does not like dissenting opinions.

2010-05-27 Abidjan, Cote d'Ivoire

I'm a Fan!